Achtergrond: premature en ex-premature zuigelingen lopen risico op levensbedreigende apneu na algehele anesthesie. De auteurs probeerden de postconceptuele leeftijd te definiëren waarna apneu minder waarschijnlijk zal optreden en om de factoren die predisponeren voor postanesthetische apneu te identificeren.
methoden: Eenennegentig zuigelingen jonger dan 60 weken postceptuele leeftijd die 101 algemene anesthetica ondergingen, werden prospectief onderzocht. Alle zuigelingen werden ‘ s nachts in het ziekenhuis opgenomen voor cardiorespiratoire controle. De aanwezigheid van coëxistente medische aandoeningen die de incidentie van apneu zou kunnen beïnvloeden werd bepaald door een overzicht van de huidige en eerdere medische dossiers en door de geschiedenis.
resultaten: van 38 procedures uitgevoerd bij 35 zuigelingen jonger dan 44 weken postceptuele leeftijd, werden 10 (26,3%) procedures bij 9 zuigelingen geassocieerd met postanesthetische apneu. In acht van deze gevallen verdween apneu niet spontaan: vier zuigelingen hadden stimulatie nodig en vier vereisten continue positieve luchtwegdruk door gezichtsmasker. Apneu trad op na 2 van de 63 procedures die werden uitgevoerd bij zuigelingen van 44 weken postceptuele leeftijd of ouder. Beide episodes traden op bij één patiënt met een neurologische aandoening. Van de overige 61 procedures in de laatste leeftijdsgroep werden er 7 geassocieerd met episodes van bradycardie (laagste hartslag was 79 slagen/min) postoperatief zonder apneu. Deze episodes duurden tot 5 s, werden niet geassocieerd met apneu of cyanose, en verdwenen spontaan in alle gevallen. Alle zuigelingen met postanesthetische apneu en/of bradycardie ondervonden hun eerste episode binnen 12 uur na de operatie.
conclusies: ex-premature zuigelingen jonger dan 44 weken postceptuele leeftijd hebben een groter risico op apneu na algehele narcose dan zuigelingen ouder dan 44 weken postceptuele leeftijd. Op basis van deze resultaten is het maximale risico op postanesthetische apneu op lange termijn bij premature zuigelingen ouder dan 44 weken postceptuele leeftijd 5% met een betrouwbaarheid van 95%.